Berlage, Hendrik Petrus
Essay by review • November 16, 2010 • Essay • 2,271 Words (10 Pages) • 1,373 Views
BERLAGE, Hendrik Petrus
met de sociaal-democratie, later met het communisme sympathiserend architect, is geboren te Amsterdam op 21 februari 1856 en overleden te Den Haag op 12 augustus 1934. Hij was de zoon van Nicolaas Willem Berlage, directeur van het bevolkingsregister, en Anna Catharina Bosscha. Op 28 juli 1887 trad hij in het huwelijk met Marie Bienfait, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg.
In het welgestelde en verlichte milieu waarin Berlage werd geboren leverde zijn wens om een opleiding tot kunstschilder te volgen aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam geen problemen op. Toen na een jaar bleek dat zijn talent daarvoor niet groot genoeg was, werd het hem mogelijk gemaakt zich op de architectuur te richten. Van 1875 tot 1878 studeerde Berlage bouwkunde aan de EidgenÐ"¶ssische Polytechnische Hochschule in ZÐ"јrich, een opleiding met een uitstekende reputatie. Berlage onderging er een gedegen technische scholing, maar werd ook doorkneed in de esthetica van G.W.F. Hegel en andere filosofen. Hij kwam er in aanraking met de denkbeelden van de Duitse architect G. Semper, die hem zijn leven lang zouden beÐ"Їnvloeden. De jaren na het behalen van het diploma bracht Berlage hoofdzakelijk reizend door, gebouwen bestuderend en schetsend. De architectuur van de vroege renaissance in ItaliÐ"«, waar hij in 1880-1881 verbleef, maakte een diepe indruk. In 1881 trad Berlage in dienst bij het architectenbureau van Th. Sanders in Amsterdam, vanaf 1884 was hij diens compagnon. Met Sanders was hij verantwoordelijk voor een aantal projecten in neo-renaissancistische stijl, waaronder zowel de bouw van een Volkskoffiehuis in Amsterdam als de inrichting van proeflokalen voor Lucas Bols in Amsterdam, Antwerpen, Berlijn, Bremen, Hamburg en Parijs. Sanders en Berlage namen deel aan enkele prijsvragen, onder andere voor een nieuwe Beurs in Amsterdam. In 1889 verliet Berlage het bureau van Sanders, maar kreeg als zelfstandig architect nog weinig opdrachten. Hij begon zich in woord en geschrift tegen de heersende neo-stijlen te keren en kwam tot nieuwe opvattingen, waarin de denkbeelden van Semper duidelijk doorklonken. Voor Berlage was bouwkunst geworteld in actuele maatschappelijke en technische ontwikkelingen, kwam schoonheid voort uit eerlijk materiaalgebruik en functionele decoratie en moest er weer verband komen tussen architectuur en de toegepaste kunsten. Met dergelijke opvattingen voelde hij zich thuis in de kringen rond Albert Verwey en De Kroniek van P.L. Tak. In deze generatie van Negentig kwamen de denkbeelden tot stand over de Gemeenschapskunst, waarin de kunst een dienende, maatschappelijke rol kreeg toebedeeld, en de kunstenaar gezien werd als verheven aankondiger van een nieuwe maatschappij. In deze kringen, en ook voor Berlage, was het socialisme een belangrijke inspiratiebron. In kantoorgebouwen voor de verzekeringsmaatschappijen De Algemeene en De Nederlanden van 1845 in Amsterdam en Den Haag voerde Berlage zijn nieuwe ideeÐ"«n voor het eerst uit. Zijn grote doorbraak kwam in 1896, toen de radicale wethouder M.W.F. Treub hem benoemde als architect van de nieuwe Beurs in Amsterdam. In deze opdracht, die in 1903 voltooid werd, wist Berlage het grote ideaal van de Gemeenschapskunst te realiseren: een monumentaal gebouw, waarin schilderkunst, beeldhouwkunst en de decoratieve kunsten in onderlinge samenhang werden toegepast. Bij de decoratie van de Beurs schakelde Berlage vooruitstrevende kunstenaars in, zoals Verwey, A. Derkinderen, J. Mendes da Costa, J. Toorop, L. Zijl en R.N. Roland Holst. Het gebouw was in alle opzichten baanbrekend, en al werd het door het grote publiek nog niet gewaardeerd, het bezorgde hem in vooruitstrevende kringen een grote reputatie. Hoewel de Beurs voor kapitalistische doeleinden bestemd was, maakte Berlage het gebouw geschikt voor een toekomstig publiek gebruik, als de beurshandel eenmaal afgeschaft zou zijn. Net als bij de gebouwen voor de verzekeringsmaatschappijen ontwierp Berlage voor de Beurs het meubilair en de hele inrichting. Ook in dit opzicht was hij een pionier, die als een van de eersten in Nederland de ideeÐ"«n van W. Morris en de zijnen toepaste. In 1900 richtte hij met J. van den Bosch en anderen de firma 't Binnenhuis op, die lange tijd een toonaangevende rol speelde in de woninginrichting.
Een openlijk socialistisch bolwerk kon Berlage bouwen voor de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB) van H. Polak. Deze had Berlage al eerder ingeschakeld, onder andere om een kop voor het Weekblad van de bond te ontwerpen. Polaks droom was een volkshuis naar Belgisch model, waarin behalve de vakbeweging ook de coÐ"¶peratie zou zetelen en waar een grote vergaderzaal was. Van een dergelijk gebouw kon volgens Polak alleen Berlage de architect zijn. Mede omdat de oorspronkelijke plannen van 1898 door de brandweer werden afgekeurd werd in 1900 een gebouw geopend dat alleen de ANDB huisvestte. Van buiten oogde het, net als de Beurs, wat weerbarstig. Het uitbundig versierde interieur moest een blik op de toekomst zijn, waarin schoonheid ook voor de arbeidersklasse bereikbaar zou zijn. Roland Holst maakte in de vergaderzaal een cyclus wandschilderingen met de strijd van de arbeidersbeweging in verleden, heden en toekomst als onderwerp. Burcht en paleis tegelijk, verwees het gebouw naar de Italiaanse stadhuizen uit de vroege renaissance, die Berlage zo bewonderde. De arbeidersbeweging was niet in staat Berlage veel opdrachten te geven. Van belang zijn nog het gebouw voor de coÐ"¶peratie Voorwaarts (Rotterdam, 1906-1907) en de woningbouw voor De Dageraad (Amsterdam, 1907). Overigens had Berlage over gebrek aan werk niet te klagen: na de Beurs stroomden de opdrachten binnen. Voor de gemeente Amsterdam ontwierp hij onder meer de Nieuwe Amstelbrug (1899-1903) en verscheidene volkswoningbouwprojecten. Baanbrekend waren de uitbreidingsplannen voor Amsterdam-Zuid (1900-1905 en 1914-1917), met gesloten bouwblokken langs ruime verkeersassen, en Den Haag (1907-1911). Daarnaast ontwierp Berlage talrijke woonhuizen, onder andere voor het echtpaar Roland Holst (1902) en voor H. Polak (1905), en hield hij zich bezig met grootschalige, niet gerealiseerde projecten zoals het Vredespaleis (1906-1907), een Beethovenhuis (1907-1908), een Wagnertheater (1910), een Kunstenaarshuis (1911-1912) en het zogenaamde Pantheon der Menschheid (1915). Dit moest na de Eerste Wereldoorlog ergens in Midden-Europa verrijzen als herinnering aan de oorlog en als monument voor de idealen van het pacifisme en internationalisme. Van het ontwerp werd een brochure uitgebracht met verzen van H. Roland Holst: Het pantheon der menschheid. Afbeeldingen van de ontwerpen (Rotterdam 1915), waaruit de visie sprak dat oorlog door het kapitalisme werd veroorzaakt en het socialisme de vrede zou brengen. Rond de Eerste Wereldoorlog liep het
...
...